De ontstaansgeschiedenis van Blendle

,

Het online platform Blendle verkoopt voor een paar cent losse artikelen uit bijna alle grote Nederlandse kranten en tijdschriften. Maar vóór het zover was, moesten de jonge oprichters hemel en aarde bewegen. Over emotionele uitgevers, miljoeneninvesteerders en de branie van jongens in hoodies.

“Nee! Ik vind het dus een héél slécht idee”, zegt Erik Roddenhof. Hij is commercieel directeur van uitgeverij De Persgroep . Blendle, de start-up die op internet losse artikelen verkoopt van onder andere Persgroeptitels de Volkskrant, Het Parool, Trouw en AD, heeft onlangs een vernieuwing doorgevoerd. Het jonge bedrijf lanceerde een betaversie van een iPhone-app genaamd Blendle Trending. Iedere dag presenteert die app ongeveer zes ‘beste’ artikelen uit alle kranten en tijdschriften van de online kiosk. Bovendien biedt Blendle sinds kort de mogelijkheid om bepaalde thema’s te volgen.

Roddenhof staat weliswaar geheel achter Blendle, maar over deze app is hij not amused. “Ik zie Blendle als een nieuw soort Albert Heijn, een kiosk die onze producten dóórverkoopt. De krant is het uitgangspunt, daaruit worden losse artikelen verkocht. Maar nu lijkt een verschuiving plaats te vinden: journalisten die gaan cureren, dat klinkt als eindredactie. Ze gaan krantje spelen! Zo werp je de journalistiek omver, want je maakt een product uit andere producten. Welke rol wil Blendle nu eigenlijk? Die van verkoper? Van uitgever? Journalist?”

Het moet Marten Blankesteijn (27), oprichter van Blendle, bekend in de oren klinken. Hij hoort dit soort geluiden nu al een jaar of vier.

Blendle ontstond uit Blankesteijns verontwaardiging. De jonge journalist Blankesteijn vond het maar vreemd dat hij een heel blad moest kopen wanneer hij slechts geïnteresseerd was in één artikel.

Tegelijkertijd merkte hij dat zijn leeftijdsgenoten nauwelijks nog kranten en tijdschriften lazen, terwijl ze volgens Blankesteijn heus wel bereid zijn te betalen voor journalistiek. Alleen: ze hebben geen zin in dure abonnementen, of gedoe met betaalmuren – en een makkelijke manier om losse artikelen te kopen was er niet.

En dan nog zoiets: als Blankesteijn een goed artikel wilde twitteren, moest hij daarvan eerst een foto maken om het te kunnen delen. Beláchelijk.

Dat moest anders.

Het was 2011, Blankesteijn werkte nog als eindredacteur bij De Pers . Hij bedacht een plan, noemde het ‘MyMagazine’, en ging ermee de boer op.

Lees verder bij nieuwejournalistiek.nl