Nieuw elan in de GGZ: commercieel woonbedrijf voor psychiatrisch patiënten

,

Voor Psy (blad over geestelijke gezondheid en verslaving) maakte ik een zomerserie genaamd Nieuw Elan, over innovatieve ggz-zorg. 

Het bedrijf Woonzorgnet biedt psychiatrisch patiënten een huis voor zichzelf, en 24 uur begeleiding. Bewoner Mike: ‘Waar ze het van betalen, geen idee. Het lijkt me hartstikke duur wat we hier krijgen.’

‘Groot hè’, zegt Mike (55). Hij neemt zijn studio in zich op alsof hij hem voor het eerst ziet. Het zithoekje met tv, zijn bed, de keuken met vierpitsfornuis en afzuigkap, de combimagnetron. Met een zwaai doet hij een deur open: ‘Badkamer en toilet voor mij alleen. Geen haren van anderen in mijn doucheputje!’ Dan loopt hij naar het raam, trekt zijn rode gordijnen open en toont zijn allergrootste trots: een enorm dakterras in aanbouw. ‘Wat wil je nog meer!’

Studio
Het ruikt nog naar nieuw in het pand in het centrum van Nijmegen, waar Mike en zestien andere psychiatrisch patiënten sinds april via Woonzorgnet ieder een eigen studio bewonen. Medewerkers van Woonzorgnet bieden hen 24 uur begeleiding. ‘Wij zijn een zorgbedrijf’, zegt Woonzorgnetdirecteur Laurens de Goeij nadrukkelijk. ‘Bij ons geen kasten vol protocollen, hiërarchische lagen en eindeloze vergaderingen. De teamleider van een locatie is verplicht 40 procent van zijn tijd in uitvoerende taken te steken, want hij moet tussen de medewerkers en de bewoners staan – niet erboven. Iedere bewoner krijgt de zorg waar ‘ie recht op heeft.’

Schreeuwen
Klinkt logisch? ‘Toch worden de zorgzwaartepakketten (die per patiënt bepalen hoeveel zorg hij moet krijgen en hoeveel geld een organisatie daarvoor ontvangt, red.) vaak op één hoop gegooid. Wie het hardst schreeuwt, krijgt de meeste zorg’, zegt De Goeij, een bedrijfskundige met een MBA-diploma, die jarenlang bij een RIBW-organisatie werkte. ‘Wij bespreken met iedere cliënt hoeveel geld hij inbrengt met zijn zorgzwaartepakket, en welke zorg hij ervoor terugkrijgt. ‘Hygiëne-ondersteuning’, wat betekent dat bijvoorbeeld? Hij moet tot in detail weten wat hij van ons mag verwachten, en kan ons daarop ook aanspreken.’

Wandschilderingen
Toch liet ook bij Woonzorgnet de kwaliteit van de zorg in het verleden te wensen over, geeft De Goeij toe. ‘Woonzorgnet is in 2003 opgericht door een verpleegkundige uit de ggz, samen met vastgoedmensen. Ze hadden maar één belang: geld verdienen. In de eerste jaren gold bij Woonzorgnet een beheerscultuur.’ In zijn riante kantoor in een oud landhuis op de Veluwe voelt De Goeij de erfenis van dat beleid zwaar op zich drukken. Het pand met wandschilderingen en goud aan de muren, geeft een verkeerde indruk van het huidige bedrijf, benadrukt hij meer dan eens beschaamd.

Winst
Met eerst de komst van collegadirecteur Erik Kindt – die de financiële puin ruimde – en daarna De Goeij zelf – die zich over het zorggedeelte bekommerde – werd Woonzorgnet een sociale onderneming. ‘Dat betekent winst maken om te overleven, dus efficiënt en kostenbesparend werken. Tegelijkertijd willen we onze maatschappelijke meerwaarde bewijzen, wat ons dwingt zorg voorop te zetten.’

Overlast
Ook bewoners en medewerkers worden aangespoord tot ondernemen. Zo zetten ze in Renkum in samenwerking met de gemeente, Staatsbosbeheer en plaatselijke ondernemers een theetuin op, waar ze thee gaan verkopen en honing van een lokale imker. Het is de bedoeling dat het bedrijfje zich op den duur zelf gaat bedruipen. De Goeij: ‘Laatst was ik met een woningcorporatie in gesprek over een mogelijke locatie voor nieuwe woningen. Die man begon meteen over overlast. Overlast? Vraag liever wat onze mensen kunnen betekenen voor de buurt!’

Aardig
Op vaste tijden kan Mike met de andere bewoners koffiedrinken in een gezamenlijke kamer. ‘Alleen als je zin hebt. Niets hoeft. Je mag zelf weten hoe je je leven inricht’, zegt hij.  Hiervoor woonde hij twaalf jaar in een ggz-instelling. ‘Ik ergerde me rot aan die regels daar. Ik mocht niet eens zelf bepalen hoe laat ik ging slapen.’ Daarna kreeg hij een RIBW-woning toegewezen. ‘Ik moest een huis delen met drie andere mensen. Stel nou dat ik ze niet aardig zou vinden? Ik kon er tijdelijk terecht, daarna was onduidelijk waar ik werd neergezet. Het leek me allemaal maar niks. Gelukkig kon ik bij Woonzorgnet terecht. Waar ze het van kunnen betalen, geen idee. Het lijkt me hartstikke duur wat wij hier krijgen.’

Bezuinigen
Zo moeilijk is het niet, zegt De Goeij. ‘Er valt nog veel te bezuinigingen in de zorg. Zorgorganisaties houden zich te veel met bedrijfsvreemde zaken bezig: ze  beheren vastgoed, ze zetten ict-projecten op. Wij doen besteden die dingen uit aan anderen.’ Het is ook een kwestie van ‘keihard onderhandelen’, zegt De Goeij. ‘Dat is in de zorgsector niet gebruikelijk. Een goede vriend van mij heeft een groot ICT-bedrijf. Als hij een commercieel bedrijf voorstelt een project te doen voor een ton, zeggen zij na een paar dagen: voor 65 duizend mag je het maken. Vraagt de vriend een ton aan een zorgorganisatie, dan hoort ie: wacht een paar weken, dan hebben we het geld bij elkaar.’

Ondernemers
Na zeven woonlocaties in Gelderland, wil Woonzorgnet met een franchiseconstructie nieuwe locaties in de rest van Nederland openen. ‘Het verbaast me dat er geen andere franchiseorganisaties in de ggz bestaan’, zegt De Goeij. ‘Het verlaagt de drempel voor lokale zorgondernemers om iets op te starten, bovendien blijft het op deze manier kleinschalig.’ Er hebben zich al heel wat potentiële franchisenemers gemeld. ‘Ze zijn heel gedreven, de kwaliteit van zorg zal het probleem niet zijn. De vraag is of ze ook een bedrijf kunnen leiden. We houden daarom een strenge screening. Optimale bedrijfsvoering wordt in de zorgsector nu eenmaal erg onderschat.’