Gezond op de werkvloer: afslanken met collega’s

,

Gepubliceerd in dagblad Trouw, 22 oktober 2011.

Werkgevers proberen een goede gezondheid van hun personeel op allerlei manieren te stimuleren. Want slechte gewoontes als roken, vet eten en weinig bewegen kosten geld. Maar heeft het effect? En moet je meedoen? Voor het arbeidsmarktkatern Ideale Banen maakte ik reportages over stoppen met roken bij de politie, sporten bij een vermogensbeheerder, en weightwatchen met de medewerkers van een farmaceutisch bedrijf.

Afslankspecialist Corrie van Rijn is er klaar voor. In een klein kantoortje van farmaceutisch bedrijf MSD wacht ze de werknemers met een stralende glimlach op. Naast haar de weegschaal. “Ik was dit weekend jarig, ik heb vreselijk gezondigd”, zegt ‘farmaceutical specialist’ Jolien Pronk angstig wanneer het haar beurt is. “Heerlijk hè”, reageert Van Rijn opgewekt met een blik op de weegschaal. “En tóch ben je één komma één kilo lichter.” Pronks collega’s staan al in de deuropening te wachten. “En, en?” vragen ze. “Weer een kilo eraf!”, roept Pronk. De collega’s joelen.

Farmaceutische bedrijf MSD, werkt naar eigen zeggen aan een ‘gezondere wereld’. Het is dus niet meer dan logisch dat het bedrijf dat ook voor de eigen werknemers nastreeft, zegt Elizabeth Hondius, jurist bij MSD en voorzitter van de werkgroep Gezond Leven, die cursussen en activiteiten organiseert om een goede gezondheid van de werknemers te stimuleren. “We hebben een bedrijfsdiëtist, we hebben een fitnessruimte, werknemers kunnen hun cholesterol en bloedsuikerspiegel laten meten, we organiseren sportevenementen”, vertelt Hondius. “Op zoek naar verantwoorde afslankprogramma’s op de werkvloer kwamen bij Weightwatchers@Work terecht.”

Het kostte de werkgroep nauwelijks moeite de cursus vol te krijgen. “Één interne nieuwsbrief en we hadden veertig aanmeldingen.” De cursus kost ongeveer 130 euro per persoon, waarvan MSD de helft voor zijn rekening neemt. De werknemer betaalt de andere helft. Een kwart daarvan betaalt de werkgever alsnog terug, als de werknemer bij alle bijeenkomsten aanwezig was. Het andere kwart kunnen de werknemers terugverdienen door hun streefgewicht, dat ze samen met Van Rijn hebben bepaald, binnen veertien weken te bereiken.

Na de individuele weegsessie komen de cursisten een tiental vrouwen en één man bij elkaar om hun ervaringen te delen. De avonden zijn moeilijk, vertelt ‘quality assurance officer’ Desirée Gouw. “Kinderen in bed, alles gedaan wat ik moest doen. Dan zit ik op de bank en denk ‘ik lust wel wat’.” Van Rijn: “Bekend! Wie weet een goede oplossing?” De collega’s komen met tips om de aandacht af te leiden en met recepten van verantwoorde snacks.

“Jullie moeten bewuster eten: wéét wat en hoeveel je in je mond steekt”, zegt Van Rijn. Om die reden heeft ze het bedrijfsrestaurant vol gehangen met ‘puntenbriefjes’. Iedere cursist mag per dag een maximum aan punten eten. Hoeveel punten een gerecht telt, kunnen de cursisten opzoeken in een boekje, maar om het makkelijker te maken heeft Van Rijn ieder gerecht en drankje in het bedrijfsrestaurant voorzien van het puntenaantal. Hondius: “Het aardige is dat op deze manier ook medewerkers die niet aan de cursus deelnemen, meer stilstaan bij wat ze eten.”

Afslanken met collega’s werkt stimulerend, weet Van Rijn, die de cursus al bij tientallen bedrijven heeft gehouden. “Collega’s kunnen elkaar steunen en rekening met elkaar houden. Niet meer die pot snoep op het bureau zetten, bijvoorbeeld. En soms fluiten ze elkaar terug in het bedrijfsrestaurant.”

Als ze heel eerlijk is, Pronk was bepaald niet van plan mee te doen aan een afslankcursus op haar werk. “Ja, dág. ‘Dan gaan m’n collega’s zich er natuurlijk allemaal mee bemoeien en in de kantine opletten wat ik op mijn dienblad zet’, dacht ik.” Pronk liet het idee een paar dagen bezinken, en besloot zich tóch aan te melden. “De baas biedt het aan, ik wil afvallen, dan zou ik wel gek zijn om er geen gebruik van te maken.” Inmiddels weet haar hele afdeling dat Pronk meedoet. “Ik moest even een drempel over, maar nu is het juist fijn. Ik hoef niet geheimzinnig te doen, er is geen taboe.”