Even langs moeder onder werktijd

,

Gepubliceerd in dagblad Trouw 11 juni, 2011

Een op de acht werknemers draagt naast hun baan ook verantwoordelijkheid voor de langdurige zorg voor een zieke naaste. Met simpele afspraken kunnen werkgevers helpen voorkomen dat deze mantelzorgers overbelast raken. ‘En nee, dat kost geen geld.’

De eerste twee maanden deed Marcel Kerkemeyer het een ‘beetje stiekem’. “Ik begon een kwartiertje eerder met werken, om kwart over zeven. Halverwege de ochtend vroeg ik aan mijn leidinggevende of ik even naar huis mocht.” Dan zette Kerkemeyer koffie voor zijn moeder en dronken ze samen een kopje, voor hij weer naar zijn werk ging. Kerkemeyer is voorman productie bij Unipro in Haaksbergen, producent van kleefstoffen en kunstharsvloeren. In de fabriek leidt hij een productieteam: grondstoffen afwegen en klaarzetten, vrachtwagens lossen.

Samen met zijn twee zussen zorgt Kerkemeyer voor zijn 87-jarige moeder. “Ze heeft veel begeleiding nodig, eigenlijk de hele dag. Ze is niet zo stabiel, en een beetje vergeetachtig. Ze is al een keer gevallen, toen kon ze niet meer opstaan. Ze moest naar het ziekenhuis, en daarna naar een revalidatiehuis. We willen niet dat ze langer dan drie uur alleen is.”

Daarom heeft Kerkemeyer een schema gemaakt waarin de thuiszorg, zijn zussen en hij elkaar afwisselen. Zelf gaat Kerkemeyer iedere lunchpauze naar zijn moeder, en omdat hij vroege diensten heeft, kan hij ‘s middags alweer om vier uur bij haar zijn. Maar op de donderdagochtenden was er een ‘gat’ in het schema, en zag Kerkemeyer zich genoodzaakt onder werktijd even weg te gaan. Het mocht altijd wel, maar toch voelde hij zich bezwaard. Totdat Unipro een enquête onder haar werknemers afnam.

Kerkemeyer bleek officieel ‘mantelzorger’, dat is iemand die gedurende een periode van minimaal drie maanden acht uur of langer besteedt aan de zorg voor een naaste. Unipro vroeg alle werknemers die als ‘mantelzorger’ uit de enquête kwamen of ze misschien hulp nodig hadden.

“Dat was eigenlijk wel een opluchting”, bekent Kerkemeyer. Sindsdien kan hij er zonder schuldgevoel eens per week even tussenuit. Dat kwartiertje hoeft hij niet meer in te halen.

Uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat een op de acht werknemers in Nederland ook mantelzorger is. Veel van hen herkennen zich echter niet in die term, weet Sandrina Sangers van Werk en Mantelzorg, een samenwerkingsproject van Mezzo, de Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers, Qidos, en HR-adviesbureaus. “Mensen vinden het vanzelfsprekend dat ze voor hun echtgenoot of ouder zorgen wanneer dat nodig is. Je vader begint wat te kwakkelen met zijn gezondheid, dus je gaat wat vaker langs om te helpen. Voor je het weet sta je er elke avond te koken en ga je eens per week met hem naar het ziekenhuis. Ineens ben je mantelzorger.”

Als werknemers het zelf niet eens beseffen, dan hebben hun werkgevers er helemaal geen weet van. Mantelzorg en Werk begon daarom al in 2005 een actie om het onderwerp onder de aandacht te brengen op de werkvloer. Uit onderzoek blijkt namelijk dat 40 procent van de werkende mantelzorgers zich overbelast voelt. Werkgevers kunnen maatregelen treffen om te voorkomen dat deze werknemers uitvallen.

De wettelijke regelingen bieden te weinig soelaas, waarschuwt Sangers. Volgens de kortdurende zorgverlofregeling kunnen werknemers tien dagen verlof opnemen, waarvoor de werkgever hen doorbetaalt. Ook kunnen ze zes keer het aantal uren dat ze per week werken onbetaald vrij nemen, aaneengesloten of verspreid over het jaar. Slechts een kwart van de mantelzorgers maakt gebruik van de kortdurende verlofregeling, bijna niemand van langdurig verlof.

“Langdurig verlof geldt bijvoorbeeld alleen wanneer de zieke in een terminale fase is, en biedt voor verzorgers van chronisch zieken dus geen oplossing. Bovendien willen veel werknemers helemaal niet minder werken”, zegt Sangers. Werkgevers moeten daarom zélf beleid maken, vindt zij. Dat betekent vooral: flexibiliteit. Het is precies hoe Unipro het aanpakt.

“Ons beleid bestaat uit een A-viertje”, vertelt Gerben Bouwmeester, directeur van Unipro. “Daarin staat: leidinggevende en werknemer moeten samen een oplossing vinden. Ik denk dat een goed mantelzorgbeleid bij veel bedrijven en overheden mislukt doordat ze alles proberen in regels te vangen. Ze zijn bang dat ze het verwijt krijgen de werknemers niet gelijk te behandelen. Maar iedere mantelzorger heeft andere behoeften, en iedere functie is anders.”

Bij Unipro mag de een daarom een paar keer per dag even naar huis bellen, de ander begint een keer per week een uurtje later. “Soms ligt het wat ingewikkelder. We hebben wel eens iemand tijdelijk op een afdeling met minder verantwoordelijkheden laten werken, zodat hij wat meer rust kreeg”, vertelt Bouwmeester. “Afwezigheid kun je compenseren door bijvoorbeeld de dertiende maand in te houden. Altijd in overleg, natuurlijk.”

Bouwmeester laat zijn werknemers niet alle kwartiertjes inhalen. “Soms is het beter als iemand naar huis gaat, wanneer hij toch al met zijn hoofd daar zit. Als dat betekent dat hij er de volgende dag wél voor de volle 100 procent kan staan, dan hebben we daar meer aan.” En nee, dat kost de werkgever geen geld, zegt hij. “We zijn en blijven een commercieel bedrijf. Onze werknemers zijn heel loyaal, dat levert zelfs geld op. Ons ziekteverzuim ligt onder het gemiddelde.”

Voor het zover komt, moeten bedrijven er eerst voor zorgen dat het onderwerp bespreekbaar is, zegt Sangers. “Uit eigen onderzoek blijkt dat bijna de helft van de mantelzorgers het niet vertelt op het werk. Ze zeggen dat hun baas er niet voor openstaat, en dat collega’s het gezeur vinden. Maar om te voorkomen dat je overbelast raakt, is het belangrijk dat je collega’s in ieder geval weten dat je privésituatie lastig is.”

Ook Bouwmeester benadrukt het belang van openheid. Toen Unipro drie jaar geleden de enquête onder haar werknemers hield om te onderzoeken hoeveel mantelzorgers er werkten, leidde dit er ook toe dat de medewerkers onderling meer over het onderwerp gingen praten. “Voorheen stoorden medewerkers zich er wel eens aan dat een collega steeds onder werktijd belde, of zomaar dagen achter elkaar weg was. Nu is er meer begrip.”

Om het onderwerp levend te houden, besteedt Unipro er jaarlijks aandacht aan op de Nationale Mantelzorgdag. Bovendien houdt twee keer per jaar iemand van het mantelzorgsteunpunt een inloopspreekuur in het bedrijf. Ook tijdens sollicitatiegesprekken brengt Unipro het onderwerp aan de orde.

Zijn collega’s en leidinggevende vragen Marcel Kerkemeyer wel eens naar zijn moeder. De nuchtere Tukker vindt het wat ver gaan om te zeggen dat hij bij hen zijn ‘hart lucht’. “Maar ik vind het fijn, een beetje belangstelling. Je moet een beetje over je schroom heenstappen, maar het is een geruststelling om er op je werk over te praten.” Zijn collega’s hebben er begrip voor als hij even weg is. “Je moet goed met je moeder omgaan, dat vinden zij ook. En ze weten: eens worden ook zij mantelzorger.”